Klacht
Klacht neerleggen bij de stafhouder
Als u vindt dat uw advocaat zijn beroepsregels geschonden heeft, kunt u een officiële klacht neerleggen bij de stafhouder van de balie waarvan uw advocaat lid is. Om het statuut van ‘klager’ te krijgen, moet uw klacht aan bepaalde voorwaarden voldoen: schriftelijk met vermelding van de datum, uw volledige naam en uw handtekening.
De stafhouder kan ook zelf een tuchtprocedure opstarten tegen uw advocaat als hij vindt dat die zijn beroepsregels geschonden heeft.
Klacht wordt onderzocht
De stafhouder onderzoekt zelf uw klacht, of stelt een onderzoeker aan. Hij laat u dat per brief weten. Hij verzamelt bewijs en verhoort indien nodig u, uw advocaat en getuigen om informatie te verzamelen. U mag ook zelf bewijzen of informatie bezorgen aan de stafhouder. Uw verklaring wordt genoteerd in een proces-verbaal en u hebt het recht om daarvan een kopie te krijgen.
Klacht wordt geseponeerd of gaat naar de tuchtraad
Als de stafhouder uw klacht gegrond vindt, zendt hij het dossier door naar de voorzitter van de tuchtraad en verschijnt de advocaat voor de tuchtraad. De tuchtraad is een soort rechtbank waar onafhankelijke advocaten oordelen over de feiten waarvoor de advocaat wordt vervolgd. Als de stafhouder uw klacht niet gegrond vindt, wil dat zeggen dat de klacht niet ernstig genoeg is om de advocaat voor de tuchtraad te brengen. De stafhouder laat u dat per brief weten.
Gaat u niet akkoord met de beslissing van de stafhouder? Dan kunt u daartegen in beroep gaan. Stuur in dat geval binnen de 3 maanden een aangetekende brief naar de voorzitter van de tuchtraad om te laten weten dat u in beroep gaat tegen de beslissing.
Hebt u 6 maanden na uw klacht nog geen antwoord van de stafhouder ontvangen? Neem dan per aangetekende brief contact op met de voorzitter van de tuchtraad. Daarvoor hebt u 3 maanden de tijd, dus tot 9 maanden na uw eerste klacht.