Ga verder naar de inhoud
Assisen jury
8/12/20

Geen kunst- en vliegwerk voor de assisenprocedure

Hoewel de OVB zich niet principieel uit voor of tegen de afschaffing van het Hof van Assisen en de volksjury, is zij wel fervent tegenstander van het huidige wetsvoorstel om artikel 150 van de Grondwet te wijzigen om terroristische misdrijven aan de assisenprocedure te kunnen onttrekken.

Afgelopen zomer heeft de OVB haar positie ten aanzien van de toekomst van het Hof van Assisen toegelicht aan de Kamercommissie Justitie.

In dat advies hebben we toen verduidelijkt dat de principiële beslissing een beleidskeuze is, maar dat een hervorming of afschaffing van de assisenprocedure op een grondige en doortastende wijze moet worden ingevuld, met uitgebreide aandacht voor de rechten van de procespartijen.

Sommige waarborgen die eigen zijn aan de assisenprocedure worden immers niet gevrijwaard voor de correctionele rechtbank, zoals het grondige onderzoek ter terechtzitting en de ruime mogelijkheden inzake getuigen- en expertenverhoor. Het is voor ons dus de inhoud (van de procesvoering) die telt.

Naar aanleiding van het voorliggende wetsvoorstel om de juryrechtspraak voor terroristische misdaden af te schaffen (DOC 55-1287/001), heeft de OVB dit vorige advies niet enkel in herinnering gebracht aan de leden van de Kamercommissie Grondwet en Instititutionele Vernieuwingen, maar heeft zij ook ook benadrukt dat we sterk gekant zijn tegen het incidentgedreven karakter van dit wetsvoorstel.

Een ad hoc aanpassing voor bepaalde misdrijven ten gevolge van concrete, praktische omstandigheden voldoet niet aan de evenwichtsoefening die dit belangrijke onderwerp verdient.

We zijn dan ook tegen een justitie “à la tête du client”. Wetten moeten immers algemene situaties regelen en niet op maat van individuele gevallen worden gemaakt.

Zolang het Hof van Assisen bestaat, kan een zware misdrijf zoals een terroristische misdaad daar niet ad hoc aan onttrokken worden.

Deel dit artikel